GELUK (2): DE DATABASE VAN DE ‘GELUKSPROFESSOR’

geluk intro

Sinds 2012 vindt op 20 maart de ‘Internationale Dag van het Geluk’ plaats. Ook verschijnt die dag het World Happiness Report (WHR). Traditioneel scoort Nederland hoog op deze lijst. In 2019 stond het op een vijfde plaats na Finland, Denemarken, Noorwegen en IJsland. In aanloop naar 20 maart besteedt BEELD&TAAL in een aantal artikelen en infographics aandacht aan het onderwerp Geluk.
In de tweede aflevering: ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven van de Erasmus Universiteit Rotterdam en zijn World Database of Happiness.

Vrijdag 20 maart verschijnt het World Happiness Report 2020 (WHR).
Uitgangspunt van het WHR is het bruto nationaal geluk dat werd geïntroduceerd door ex-koning Jigme Singye Wangchuk van het Himalayastaatje Bhutan.

Onderzoek naar geluk is geen alleenrecht van het WHR. Al ruim voor de eerste editie van het WHR in 2012 onderzocht ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven van de Erasmus Universiteit Rotterdam hoe het staat met het geluksgevoel. Het werd zijn levenswerk. Sinds 1985 is hij directeur van de World Database of Happiness (WDH). De resultaten daarvan zijn hier te vinden.

Geluk gedefinieerd en gemeten

Het woord ‘geluk’ kun je volgens Veenhoven in verschillende betekenissen gebruiken. De meest ruime betekenis noemt hij ‘kwaliteit van leven’ en een meer beperkte betekenis ‘levensvoldoening.’ Zelf geeft hij de voorkeur aan de laatste betekenis. Het gaat dus uitdrukkelijk niet om het voorbijgaande gevoel van blijheid of geluksmomenten die komen en gaan.
Onderzoek betekent ook hier: meten.
Dat doe je, aldus Veenhoven, door mensen simpelweg te vragen: ‘Alles bij elkaar genomen, hoe tevreden of ontevreden bent U tegenwoordig met Uw leven als geheel?

Op een schaal van 0 t/m 10 staat 0 voor ‘buitengewoon ontevreden’ en 10 voor ‘buitengewoon tevreden’.
Dat is tegelijk het belangrijkste verschil tussen het WHR en de (WDH). De eerste gaat uit van een aantal determinanten (zoals levensverwachting, BNP, corruptie etc.) aan de hand waarvan een geluksscore wordt samengesteld.
De WDH maakt gebruik gemaakt van de inschatting van inwoners zelf. Bovendien gaat de lijst van Veenhoven uit van het gemiddelde tussen 2010 en 2018, terwijl het WHR een beeld geeft dat dichter op de actualiteit zit.
Er komen 162 landen voor in de WDH; de eerste 15 en laatste 10 zijn:

2019 database happiness webversie

Mexico?

De bevolking van Mexico en Denemarken zijn naar eigen zeggen het meest gelukkig. Daarna volgen de ‘usual suspects’ uit onder andere Scandinavië en daartussen een aantal Latijns-Amerikaanse landen als Colombia, Costa Rica en Ecuador op hoge plaatsen. Nederland staat met Israël op een gedeelde 14e plaats.

Dat Denemarken ergens in de bovenste regionen staat, zal niet zo snel verbazen. In de lijst van het WHR staat het tweede achter Finland en traditioneel scoren Noord-Europese landen hoog op gelukranglijsten.
Maar Mexico? Is dat niet dat Midden-Amerikaanse land waar corruptie, bloedige drugsoorlogen, nepotisme en vriendjespolitiek hoogtij vieren? Dat is toch het land dat duizenden inwoners het liefst verruilen voor een onzekere toekomst in de Verenigde Staten?
Maar ondanks decennia van corruptie, dictatuur, geweld en armoede, hebben inwoners van Midden- en Zuid-Amerika blijkbaar een groot en hardnekkig ‘talent’ voor geluk. Of zou hier ook sprake zijn van sociaal wenselijke antwoorden?

Misschien is het goed om voor het benodigde perspectief even naar Venezuela te kijken. Na zijn verkiezing in 1999 rolde president Chávez een uitgebreid programma aan sociale voorzieningen uit, gefinancierd uit de omvangrijke olieopbrengsten. De geluksmachinerie van de staat kwam door de economische crisis van 2008 en dalende olieprijzen knarsend en piepend tot stilstand en veranderde langzaam in een ongeluksmachine. De humanitaire crisis is inmiddels zo groot dat mensen maar één wens hebben: wegwezen uit dit land.
Maar waar vinden we Venezuela op de WDH? Op plaats 49 met een score van 6,8! Het laat daarmee Frankrijk en Tsjechië achter zich. Nu kent Frankrijk natuurlijk ook ontevreden burgers, maar de grieven van de gele hesjes zijn volgens mij bepaald niet één op één te vergelijken met de problemen van de gemiddelde inwoner van Venezuela.

Crisis en geluksscore

De lijst van Veenhoven neemt de gemiddelde score tussen 2010 en 2018 als uitgangspunt. Die ranglijst is niet het enige wat in de database te vinden is. Zeker zo interessant zijn de scores die de trend aangeven door de jaren heen.

De plek op de ranglijst is aardig, maar kan, getuige het voorbeeld van Venezuela, het onderliggende beeld vertekenen. Zolang er in de achterliggende periode niet teveel en al te heftige fluctuaties in de scores zijn, zal het niet veel uitmaken.

Neem Nederland: tussen 1997 en 2019 was het verschil maximaal 0,6 ‘gelukspunten.’ Zelfs de bankencrisis had nauwelijks invloed. Pas rond 2012 zakte de boel enigszins in, maar zelfs toen scoorden we hoger dan vóór 2006.
We zaten toen nog steeds in crisis, maar waren, in de taal van Rutte en voormalig minister Dijsselbloem, bezig er ‘sterker uit te komen’.
Blijkbaar duurde dat iets te lang. Vandaar het dipje?
Om dit  spectaculair te laten ogen kun je de grafiek manipuleren en de suggestie wekken dat Nederlanders zich de afgelopen twintig jaar steeds gelukkiger zijn gaan voelen.
Zulke trucs zien we geregeld in de statistiek en de politiek om de publieke opinie te beïnvloeden:

nederland 7-8

Maar dan zie je niet dat de grafiek alleen maar het gebied tussen de 7 en 8 toont. In werkelijkheid ziet het totaalbeeld eruit als hieronder en gaat het om een bijna horizontale lijn met een ‘verschilletje’ tussen 7,3 en 7,9.
Iemand enig idee hoeveel verschil in geluk dit precies inhoudt?

nederland 0-8

Zullen we dit eens vergelijken met landen die écht geteisterd worden door economische tegenspoed, politieke onrust, of nog erger; burgeroorlog?
Bijvoorbeeld Egypte en Syrië.
In 2002 scoorde Egypte bijvoorbeeld nog 6,3. Het ging daarna langzaam slechter, maar er gloorde even enige hoop gedurende de Arabische Lente op politieke en sociale verandering. Dat liep op niets uit. Vervolgens daalde het gemeten geluk snel om in 2013 uit te komen onder dat van Madagaskar en Kenia.
In het NRC van 26 oktober 2013 lazen we: ‘Economie is verkalkt door legerprivileges van het leger. Woede over prijsstijgingen en voedseltekorten kan elk moment overkoken.’

In Syrië woedt sinds 2011 een ongekend wrede en bloedige burgeroorlog die miljoenen mensen op de vlucht heeft gedreven (je vraagt je af waar de nijvere verzamelaars van gelukscores hun informatie nog vandaan konden haalden met alles wat er in dat land gebeurde).

Combineren we dit alles in één grafiek, dan ziet het er zo uit (waarbij ik Nederland voor het benodigde perspectief – dat ‘verschilletje’ tussen 7,3 en 7,9 – als contrast heb opgenomen):

nl eg en sy

Suïcide

Wat gebeurt er als mensen zo ongelukkig worden, dat ze geen uitweg meer zien? In het uiterste geval maken ze dan een eind aan hun leven. Voor Griekenland, dat in mijn vorige blog ter sprake kwam, is daar onderzoek naar gedaan. Tussen 2010 en 2012 op het hoogtepunt van de eurocrisis steeg het aantal zelfdodingen met 35 procent. Onder mannen tussen 15 en 64 jaar bleek bovendien een sterke correlatie (0.84) te bestaan met toenemende werkloosheid. In deze periode verdubbelde het werkloosheidspercentage bijna van 12,5 naar 24,2 procent. Het aantal zelfdodingen per 100.000 inwoners steeg in die periode van 3.37 naar 4.56.

Voor Egypte (en Syrië) ontbreken harde cijfers. Er rusten religieuze en sociale taboes op zelfdoding en deze worden vaak als ongelukken geregistreerd om schande voor de familie te voorkomen. Toch zijn er aanwijzingen dat er ook in Egypte sprake is van een toename.

Overigens is het land met het hoogste aantal zelfdodingen Guyana in Zuid-Amerika met 43,22 zelfdodingen per 100.000 inwoners. Guyana komt in het WHR overigens niet voor en in de WDH staat het op plek 62, net onder Estland en Letland. Dat kon dus slechter. Ter vergelijking: ondanks alles staat Griekenland pas op de 141ste plaats met 3,86 en Egypte op 163 met 1,74 zelfdodingen per 100.000 inwoners.
Voor de volledigheid: Nederland staat op 87 met 8,54.

WHR en WDH vergeleken

Oppervlakkig gezien vertonen beide lijsten veel verschillen. Kijken we bijvoorbeeld naar de eerste 30 landen in het WHR, dan zien we daar drie Latijns-Amerikaanse landen; in de WDH zijn het er maar liefst negen.
Laten we een correlatieanalyse los op beide lijsten, dan is er toch sprake van hoge statistische overeenkomst: de correlatie bedraagt 0.88 en dat is hoog (0.0 betekent geen enkel verband, terwijl bij 0.9 – 1.0 sprake is van een bijzonder sterk verband).

whr en wdh

De WDH en de WHR meten dus ondanks de vermeende verschillen, afwijkende cijfers en andere benadering nagenoeg hetzelfde.

Meer lezen?

Download

©2020 Willem Visser / ontwerp: BEELD&TAAL txtpro*nl
e943ecc8-5be2-4768-a17e-1b829b908afe 7b24d431-b33f-4266-8e00-6ec431907477

Plaats een reactie